Iep
De iep is meestal een grote boom en kan tot wel 35-40 meter hoog worden. De iep kun je vooral herkennen aan de asymetrische bladvoet en getande bladrand. Bij een iep komen de bloemen eerder dan de bladeren.
De iep kwam tot de jaren 80 vooral voor in de Hollandse kustprovincies, omdat daar destijds vruchtbare grond was. Groeiringen zijn opvallend wat het hout een aantrekkelijke vlamtekening geeft, maar de nerf grof maakt. Iepenhout is vast, taai, vrij licht en meestal gelijkmatig van structuur.
Canadese iepen zijn zwaarder, harder, sterker en taaier dan Europees iepen. Japans iepen komen met Europees iepen overeen, maar zijn egaler van kleur en hebben meer glans. Het is fijner van structuur, iets zachter en ook gemakkelijker te bewerken. Amerikaans iepen wordt af en toe op de markt aangeboden. Het kernhout van Europees iepen is lichtbruin tot dof donkerbruin, soms met een groenachtige glans. Het spint is geelwit. Door de iepenziekte (veroorzaakt door een schimmel die de boom na enkele jaren doodt) is het Europese iepenbestand drastisch afgenomen, waardoor iepenhout nog maar weinig wordt aangeboden. Er worden nog wel meubels van gemaakt. Je kan er ook betimmeringen mee maken. Van iepenhout kan je daarentegen geen klompen maken.