Nieuwstraat 9-11-13-15-17-19-21

Omschrijving 7 woningen, Nieuwstraat 9 t/m 21
In de negentiende eeuw heette deze straat nog Molenweg. In 1831 is de uit 1654 daterende molen uit de Vleut hier naar toe geplaatst. In 1929 werden de maalwerkzaamheden gestaakt en tijdens de kermisdagen van dat jaar kwam er een einde aan deze molen. De molen werd afgebroken en de wieken werden verkocht aan de eigenaar van een molen in Moergestel.

Naast deze zeven woning staat op de hoek de statige villa Zonnehoek(uit 1936) en aan de rechterzijde staat het dubbele woonhuis uit de jaren dertig van de twintigste eeuw wat eerst in gebruik was klompenvakschool. Aan de overzijde(nummer 32) staat het voormalige postkantoor uit de periode 1920-1930. Om de hoek(Oranjestraat 2-4-6-) staan drie woonhuizen die rond 1936 zijn gebouwd.

Ontstaansgeschiedenis
De panden zijn gebouwd in opdracht van Mevrouw de Wert-Strijbosch, weduwe van Adrianus de Wert, directeur van de boterfabriek de “Beste Boter”en de steenfabriek “de Leeuwerik”. Zij woonde in het pand “Zonnehoek” op de hoek van de straat 7. De 7 woningen zijn rond 1932 gebouwd, voor een begrotingssom van 21.000,- gulden. Architect van de woningen was in Vught wonenden Ir. S.L.A. Orie. Het middelste pand is tijdlang als tabakswinkel in gebruik geweest. Dit verklaart ook de later gewijzigde opzet van de gevel van deze woning.

De woningen zijn waarschijnlijk als huurwoningen gebouwd. Het verhaal gaat dat de bewoners van de woningen aan de Oranjestraat en de Nieuwstraat “op rapport” moesten komen bij mevrouw de Wert-Strijbosch. Maar het waren zeker geen woningen voor de onderklasse: tijdens de oorlogsjaren woonde burgemeester L. Groffen op nummer 11 en op nummer 13 woonde rijkspolitieagent Loermans en op 19 en 21 hebben onderwijzers gewoond.

Gevels
De voorgevels van de 6 smalle woningen bevatten een in drieën gedeeld woonkamerraam en een voordeur op de begane grond, en twee dubbelde stolramen op de verdieping. De elementen op de begane grond zijn voorzien van een bovenlicht met glas-in-lood. De ramen op de verdieping zijn met elkaar verbonden door ene verticaal sierelement in het metselwerk, dat wordt gedragen door een natuurstenen console. Deze console vormt een geheel met de bloembakken onder de verdiepingsramen, die ondersteund zijn door houten consoles. Het metselwerk is uitgevoerd in Vlaams verband en voorzien van snijvoegen. In de nok is de gevel met een siermetselwerk verbijzonderd.

Interieur
De smalle woningen hadden een indeling met kamers en-suite en een keuken op de begane grond en 4 slaapkamers op de verdieping. Ze waren niet voorzien van een badkamer. De brede woning had dezelfde indeling, maar kende een extra beuk waarin de onderdoorgang en op de verdieping nog twee kamers. In een aantal woningen zijn de oorspronkelijke paneeldeuren en trapbalustrade nog bewaard gebleven.

Tuinen en bijgebouwen
De woningen staan pal aan de straat en hebben een bescheiden achtertuin. Deze is ontsloten met een achterpad dat vanaf de Nieuwstraat bereikbaar is.