Theater Café Chantant

Ontstaan

In 1986 hield Narrekap voorzitter Theo IJkhout een enquête onder de 60 leden van de toneelvereniging de Narrekap over hun wensen. De uitkomst was dat veel leden wel iets met cabaret wilden doen. Om de leden kennis te laten maken wat er zoal komt kijken bij cabaret, werd cabaret groep “Naadloos” uitgenodigd om een voorstelling te geven in hotel der Kinderen. Deze voorstelling vond plaats op 19 april 1986. Enkele weken later werd Theo gebeld door de Sjawi’s uit Valkenswaard met de vraag of hij nog steeds cabaret voorstellingen organiseerde. De Narrekap leden hadden geen interesse. Op advies van Hennie, (de vrouw van Theo), om het zelf te organiseren was Café Chantant geboren. Op 21 juni 1986 traden de Sjawi’s 2 avonden op als cabaretgroep: ¨de tafel van 8¨. Met vaste, trouwe hulp van wijlen Pieter de Gast voor de lichttechniek en Lau Vroomen voor de geluidstechniek Theo stapte op als voorzitter van de Narrekap en stortte zich op het Cabaret.

Er werden cabaretiers benaderd in de regio, die te goed waren voor tussen de schuifdeuren en niet goed genoeg voor het Grote Toneel: Men werkte niet met een artiestenbureau maar ging zelf voorstellingen bekijken en de cabaretiers contracteren. Bekende namen uit die tijd waren o.a. Bert Kuipers en Ton Gondrie uit Helmond, Bart Stultiens uit Uden, en de Sjawi’s uit Valkenswaard. Leden van de Narrekap werden telefonisch benaderd, en die gaven het weer door aan kennissen en buren. Zo ontstond een vast publiek van 60 à 80 man per avond. Kaartjes met een aangehechte consumptiebon werden zelf gemaakt en thuisbezorgd. Met de hoteleigenaar was afgesproken dat er twee pauzes waren, zodat er ook nog wat omzet gemaakt kon worden. Want men betaalde geen zaalhuur. Tot 1995 werden 4 tot 8 cabaret weekenden (zaterdagavond en zondagavond) per jaar, georganiseerd op d’n Herd van Hotel der Kinderen (later hotel Witlox), met als (latere) topper Theo Maassen zittend op een kratje Bavaria Bier. In 1995 verhuisde men naar de Prinsenhof en werd de organisatie aangepast, zodat het vele werk niet meer op de schouders van één man kwamen. Er werden meer vrijwilligers ingezet voor het bellen naar de bezoekers, het rondbrengen van de kaartjes, het bezoeken van cabaret voorstellingen, het boeken van artiesten ging nu ook via artiestenbureaus; er werd bijgehouden wie de voorstellingen bezochten om zo een rangorde te krijgen in de bellijst (trouwe klanten hebben voorrang); kortom de organisatie werd professioneler. In de Prinsenhof konden per avond 150 tot 180 bezoekers plaats nemen. De belangstelling was groot ondanks dat er nooit reclame of publiciteit aan is gegeven. Het gebeurde ook wel dat een heel hockeyelftal kaartjes reserveerde. De avonden werden verplaatst naar vrijdag- en zaterdagavond. De naam werd veranderd in Theater Café Chantant. Dit kwam aantrekkelijker over bij artiesten(bureaus).


(uit: plakboek Theo IJkhout)

Aard van de traditie en organisatie

De opzet is gebaseerd op het Franse café: ¨Le chat noire¨ waar het cabaret ontstaan is. Bezoekers zitten aan tafeltjes, obers lopen rond in lange schorten en op een verlaagd podium in de lengte van de zaal treedt een cabaretier op. Henk Elsink had vroeger ook zo’n opzet met zijn theater restaurant de Koopermolen.


Drie weken voor de cabaret avond worden de klanten gebeld (volgens de rangorde op de bellijst) en kun je een of meer kaartjes bestellen voor de vrijdag of de zaterdag avond. Meeste klanten hebben een vaste avond. Op de avond zelf moet je op tijd aanwezig zijn want er zijn geen gereserveerde plaatsen. Bij de entreeprijs (nu € 12,50, de eerste jaren f 5,-) zit een kop koffie/thee en een soesje inbegrepen. Bij binnenkomst betaal je entree en krijg je een programmaboekje met beschrijving van de cabaretier, zijn voorstelling en aan welke cabaret festivals hij heeft deelgenomen. Er kunnen 8 bezoekers aan een tafel. Een zelf gebouwd podium staat in de lengte van de zaal, zodat er niet “opgekeken”: moet worden en er geen standaard theateropstelling is. (Sommige cabaretiers vinden dat bij binnenkomst op vrijdagmiddag maar niks, maar zijn na afloop wild enthousiast).

Een zestal obers (waaronder vrijwilligers van het eerste uur: o.a. Henk van Doremalen) lopen rond en je kunt een bestelling doorgeven die bezorgd wordt aan tafel. Je rekent je briefje aan het eind van de avond af aan de bar. Als je met twee of vier personen komt is het altijd een verrassing wie er bij je aan tafel komt, en dat heeft een sociaal aspect omdat je dikwijls aan de praat raakt met mensen uit Best die je normaal niet tegenkomt. Dat kan interessante gesprekken opleveren.

Om 20.30 u leidt Theo IJkhout de cabaretier in, de obers trekken zich terug, het licht gaat uit. En de cabaretier bespeelt het publiek.

Na drie kwartier of een uur is er een pauze. Er komen schaaltjes met pinda’s op tafel en de obers nemen weer een bestelling op. Na 20 to 30 minuten volgt deel 2. Meestal is de voorstelling afgelopen tegen de klok van 23.00 u. Onder een klaterend applaus worden door Theo bloemen uitgereikt. De obers komen weer opnemen, er worden bitterballen geserveerd (in de prijs inbegrepen) en meestal mengt de cabaretier zich onder het publiek om wat na te praten.

Omdat een cabaretier twee avonden achter elkaar optreedt, en soms ver weg woont, overnacht hij in een B&B, maar soms ook bij een van de vrijwilligers thuis.

Cabaretiers zijn vol lof over de formule en komen graag terug vanwege de sfeer en de opzet. Ook veel Vlaamse artiesten komen graag naar Best. Tevens is het uniek dat de artiest 2 avonden achter elkaar mag optreden en ook 2 avonden voor een uitverkochte zaal!

Een selectie uit de cabaretiers die er in de afgelopen jaren hebben opgetreden (en later op het Grote Toneel):

Theo Maasen, Ernesto & Marcellino, Jochem Meijer, Mark van de Veerdonk, Onno Innemee, Jeroen’s Clan, Arie en Silvester, Wilfried Finkers, Jandino, Anuar, Howard Komproe.

Veranderingen in de tijd

De eerste jaren bestond het publiek uit de kennissenkring van de toneelvereniging de Narrekap en was het een klein vrijwilligers groepje ( Theo, Piet en Lau; en hun partners: Hennie, Trees en Jessie) dat de organisatie deed, met regionale bekende cabaretiers. Sinds 1995 in de Prinsenhof is het een grote groep vrijwilligers geworden waaruit men kan putten voor het oberen, bellen en voorstellingen bezoeken. De kosten zijn geleidelijk ook gestegen vanwege de tussenkomst van boekingsbureaus, maar men is erin geslaagd om, mede dankzij de enthousiaste medewerking van de Prinsenhof (zij hoeven geen obers in te huren) de succesvolle formule te handhaven. Er zijn vaste bezoekers die er vanaf de eerste voorstelling bij waren. Het publiek is en blijft qua leeftijd gemêleerd.

Continuïteit

De kinderen van veel vrijwilligers draaien al volop mee in de organisatie waardoor er voldoende zekerheden zijn dat de traditie in stand gehouden kan worden. (Pim de Gast, Bart Vroomen, Remko Verhappen, Paul en Linda van Doremalen, en Claudine IJkhout) treden al jaren in de voetsporen van hun ouders. Hun ¨jeugdige¨ inbreng zorgt mede voor verjonging van het publiek en een spannende en moderne programmering van artiesten. Het complete team vrijwilligers (inclusief partners) bestaat momenteel (anno 2018) uit 36 personen. De ¨bellijst¨ is inmiddels opgelopen tot ruim 200 telefoonnummers. Dit aantal staat garant voor totaal ruim 600 kaarten! Er kunnen per avond slechts 165 bezoekers binnen. Iedereen kan zich op de bellijst laten plaatsen; maar het is niet zeker of je gebeld wordt! Vaste klanten gaan voor; maar om op de bellijst te komen kun je een berichtje achter laten op de facebookpagina: www.facebook.com/theatercafechantant/