Erfgoedvereniging Dye van Best
Ontstaansgeschiedenis
Deze boerderij ligt aan de doorgaande weg naar Sint Oedenrode. Het gebied waar deze boerderij is gesitueerd maakt deel uit van het buurtschap “De Vleut”. Deze boerderij gaat hier in oorsprong terug naar omstreeks 1700 maar op basis van archeologisch onderzoek is geconcludeerd dat er al eerder bebouwing was. Nu is het een langgevelboerderij, maar oorspronkelijk was het een driebeukige hallehuisboerderij. Het aangetroffen type houtskelet komt vanaf het midden van de zeventiende eeuw voor. Mens en dier leefden naast elkaar, met slechts minimaal van elkaar gescheiden ruimtes. In oorsprong bestond deze bestaande boerderij uit hout en leem. In de negentiende eeuw vond en verlenging plaats met de bijhorende verstening. Later kreeg het woongedeelte stenen buitenmuren met een indeling met dito binnenmuren. In de loop der jaren verdween de potstal en zal zo rond 1950 de grupstal hiervoor in de plaatst zijn gekomen. Nadat de boerderij in 1967 zijn bedrijfsfunctie verloor vonden diverse verbouwingen en ingrepen plaats omwille van de nieuwe woonfunctie.
Bewoningsgeschiedenis
Het is bekend dat de boerderij in 1821 eigendom was van Lambert, Dirk Kemps en zijn vrouw Emerentia van der Rijth. Hij woonde daar met vijf kinderen. Zoon Martinus Kemps is in 1851 de nieuwe eigenaar geworden, waarbij een verdeling plaatsvond met zijn broer Adrianus Lambert. Het zal rond 1880 zijn geweest dat toen de grote verbouwing plaats heeft gevonden, wat resulteerde in de huidige, bakstenen langgevelboerderij.
In 1898 werd de boerderij verkocht aan zijn buurman Adriaan T. van de Sanden. Na zijn overlijden in 1939 ging het complex over naar zijn weduwe, Catharina van den Hurk. Een jaar later werd haar zoon, Theodorus Josephus van de Sande, eigenaar. Hij liet in 1950 een verbouwing uitvoeren en vond door de ruilverkaveling ook een perceelswijzing plaats.
Nadat de boerderij in 1966 eigendom was geworden van Thomas van Oerbeek volgde in 1967 de verkoop aan grafisch ontwerper Henk Coolen en kwam een einde aan de agrarische functie. Het geheel is enkele jaren geleden weer verkocht en wordt nu flink gerestaureerd en verbouwd.
Gebintconstructie
De oude gebintconstructie bleef behouden en bestaat uit een eiken skelet, dat in nagenoeg alle binnenruimte zichtbaar is. Het skelet is samengesteld uit zeven gebinten. De ankerbalkgebinten bestaan uit twee stijlen en een van korbele voorziene ankerbalk met pennen door de stijlen. De gebinten zijn met gebintplaten aan elkaar gekoppeld. De gebintplaten zijn voorzien van schoren. Toognagels verbinden alle verbindingen met het houtskelet en de dakconstructie met elkaar. Op de gebinten bevinden zich (deels in het zicht liggende) telmerken.
Net als bij het metselwerk van de gevels is ook bij de gebint- dakconstructie aan de hand van bouwsporen het historische bouw- en ontwikkelingsproces van de boerderij af te lezen.
Op 10 juni 2025 is het pand aangewezen als gemeentelijk monument en staat op de monumentenlijst met als kenmerk B038.